Er kan gemakkelijk enige verwarring rond deze persoon ontstaan, want er liepen tezelfder tijd in IJlst twee JMF’s rond, die ook nog ongeveer even oud waren. De Johanna Maria die wij hier bedoelen is een dochter van Johannes Bartholdi Nauta en Sjoerdje Lanting, dus een zuster van Cornelis Jzn. en geboren in 1872 te IJlst. Zij trouwt in 1903 te IJlst met Hidde Siegert van de familie Siegert, die meer dan 150 jaar molenaar is geweest van Frieslands oudste korenmolen, Het Lam te Woudsend. Maar daar zou Johanna Maria Fredelina met Hidde niet terecht komen en wel in de Dongeradelen.

De Rooseboom te Hantum naast het station

In 1862 kreeg Sijbren Klazes de Jong uit Oosterwolde, geboren te Holwerd, vergunning om in Hantumhuizen een molen te bouwen. Deze is het volgende jaar gerealiseerd door overplaatsing van een achtkant uit Leeuwarden. Deze stond helemaal vooraan de Schrans en moest er wijkenvoor het spooremplacenent in verband met de treinverbinding naar Groningen. Boven de ingang hing een naambord met een fraai geschilderde rozenstruik, maar de uit 1789 daterende molen bleef een voorliefde trouw want in Hantumhuizen kwam hij te staan aan het beroemde ‘Lokaaltsje’, de verbinding Dokkum -Leeuwarden en ook hier was de meest nabije buur het stationnetje van Hantum-Hantumhuizen. Dat is toch een romantisch idee. In 1903 werd De Jong 69 jaar en hij vond dat het tijd werd om de molen in jongere handen te geven. Hij vestigde zich in Dokkum, en Hidde Siegert uit Woudsend vestigde zich samen  met zijn vrouw Johanna Maria Fredelina Nauta uit IJlst van de bekende C&A Nauta familie op de molen in Hantumhuizen. 

De Rooseboom Hantum met stormschade 1949

In de dertiger jaren kreeg Hidde hulp van de jonge Wijtzer Pieters Terpstra uit Hantumeruitburen, die hem zowel van de zorg voor de molen als van die voor zijn dochter verloste. In 1934 liet Siegert dan ook vol vertrouwen over aan het jonge paar en vertrok naar Murmerwouden, waar hij in 1945 overleed. Kort na 1940 liet Terpstra de molen van een dieselmotor voorzien. Vanwege brandstofschaarste gebruikte Terpstra tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdelijk de molen in Nes. Bij een hevige storm op 1 maart 1949 ging het wiekenkruis met de gehele kap verloren. Herstel stuitte op onoverkomenlijke geldelijke bezwaren en daarom liet Terpstra de romp een stuk inkorten en dichtmaken zodat het bedrijf met motorkracht op gang kon blijven. Tenslotte is een molensteen bewaard gebleven in de Holwerder molen De Hoop.

 

Het Lam Woudsend

Het Lam te Woudsend is de oudste graanmolen van Friesland. In de zestiende eeuw stond er al een korenmolen in Woudsend. In het begin van de 18e eeuw is deze vervangen door de huidige molen. De molen maakte toen deel uit van een grote onderneming, waar onder andere ook een scheepswerf en een zaagmolen deel van uitmaakten. Op 20 november 1849 werd de molen gekocht door de uit Duitsland afkomstige Carl Johann Wilhelm Siegert. Beide zonen Friedrich Wilhelm en Carl Ernst Hugo werden door hun vader opgeleid in het molenaarsvak en namen de molen over na diens overlijden. In 1909 kwam de molen in bezit van Foeke Siegert, zoon van Carl. De zoon van Foeke, Carl Ernst Hugo, werd in 1935 eigenaar en zou voorlopig de laatste eigenaar van Het Lam worden, want op 20 november 1959 verkocht hij de molen, mede als gevolg van een verkeersongeluk. Op maandagmiddag 8 januari 1996 stond de molen in de rouwstand met iets doorgedraaide wieken. Dit gebeurde als eerbetoon aan de laatste in Woudsend wonende molenaarsdochter  Jitske Siegert, die op 3 januari 1996 op 92 jarige leeftijd overleed en op de maandagmiddag begraven werd. Op haar sterfdag was Jitske Kampen-Siegert net verhuist van de molenaarswoning tegenover de molen naar het verzorgingshuis in Balk.